Meldingsplicht internationale tewerkstelling Nederland
Invoering meldingsplicht in Nederland vanaf 1 maart 2020
Buitenlandse werkgevers die tijdelijk één of meer werknemers naar België detacheren of tijdelijk werknemers in België tewerkstellen alsook buitenlandse zelfstandigen die tijdelijk of deeltijds komen werken in België moeten hun activiteiten en werknemers voorafgaand melden. Dit is de zogenaamde Limosa melding.
Vanaf 1 maart 2020 geldt een gelijkaardige melding ook voor werkzaamheden die in Nederland worden uitgevoerd door niet-Nederlandse werkgevers (dienstverrichters) en sommige zelfstandigen uit landen van de EER en Zwitserland.
Dienstverrichters zijn dan buitenlandse werkgevers die tijdelijk:
- Met eigen personeel naar Nederland gaan om er te werken,
- Vanuit een multinationale onderneming werknemers detacheren naar een eigen vestiging in Nederland of
- Als een buitenlands uitzendbureau uitzendkrachten ter beschikking stelt in Nederland.
Zelfstandigen moeten enkel melden als ze werken in volgende sectoren (niet limitatief) : land- en tuinbouw, voedingsindustrie, bouw, schoonmaak, metaal, glazenwasserij en zorg.
De melding dient te gebeuren bij het online meldloket van het Ministerie van Sociale Zaken.
De meldingsplicht gaat in voor nieuwe opdrachten vanaf 1 maart 2020. Tijdelijke opdrachten van voor die datum, behoeven geen melding. Verlenging na 1 maart 2020 van eerdere opdrachten moeten dan weer wel gemeld worden.
De Nederlandse opdrachtgever moet vervolgens binnen de 5 werkdagen na aanvang van de werkzaamheden controleren of de melding is gebeurd en/of alle gegevens correct zijn.
Niet/niet volledige melding kan leiden tot boetes zowel in hoofde van de buitenlandse dienstverrichter als in hoofde van de Nederlandse opdrachtgever.
In bepaalde gevallen is echter geen melding nodig. Dit is bv het geval voor zakelijke besprekingen, dringend onderhoud en reparaties ingevolge een leveringsovereenkomst, het bijwonen van congressen voor minder dan 6 dagen per maand, ….
Daarnaast moet ook iedere buitenlandse werkgever (dienstverrichter) een contactpersoon in Nederland aanduiden die als aanspreekpunt dient bij vragen van de Sociale Inspectie inzake de tewerkstelling.
Terbeschikkingstelling van personeel strenger gecontroleerd
Het uitlenen van werknemers door een werkgever aan een gebruiker die over deze werknemers (een deel van) het werkgeversgezag gaat uitoefenen, is behoudens enkele strikte uitzonderingen, principieel verboden in België.
Dit geldt ook wanneer een Belgisch gebruiker beroep doet op bv het personeel van buitenlandse dienstverleners en het werkgeversgezag op zich neemt van de ter beschikking gestelde werknemers.
Een koninklijk besluit van 11 september 2019 verleent voortaan ook aan de sociale inspecteurs van de RSZ de bevoegdheid om een illegale terbeschikkingstelling in het kader van een grensoverschrijdende tewerkstelling te verbaliseren en te sanctioneren. Zij kunnen dus ook de gebruikers van het personeel, samen met de formele werkgever, hoofdelijk aansprakelijk stellen voor eventuele sociale schulden van de werkgever in België.
Wijziging standpunt RSZ inzake interne kwalificatie bij gelijktijdige tewerkstelling in meerdere landen in verschillende hoedanigheden
Bij gelijktijdige tewerkstelling in meerdere landen binnen de EU, moet de EU Verordening 883/2004 geraadpleegd worden teneinde het toepasselijk sociaal zekerheidsstelsel te bepalen.
Basisprincipe is dat men slechts aan één stelsel kan onderworpen zijn. In geval van gelijktijdige tewerkstelling in meerdere landen wijst de verordening aan welk land sociale bijdragen kan heffen.
Aan de basisregels is niets gewijzigd: bij gelijktijdige tewerkstelling in meerdere landen is de sociale zekerheid van de woonstaat van toepassing indien de werknemer aldaar meer dan 25% van zijn werkzaamheden uitoefent. Bij gelijktijdige tewerkstelling als werknemer en zelfstandige (bestuurder) gelden de regels als werknemer.
Eens is uitgemaakt welk land bevoegd is, moet nog bekeken worden welk intern sociaal stelsel van toepassing is namelijk het werknemersstelsel of dat van de zelfstandigen. Daar waar België in het verleden de kwalificatie van het bestuurdersmandaat in het andere land volgde (bv een bestuurder in Nederland, Frankrijk of Denemarken is een werknemer), wordt een bestuurder voortaan steeds als zelfstandige beschouwd.
Wat de impact hiervan is, zal blijken uit volgende voorbeelden:
- Personen die nu als bestuurder in verschillende landen werken
Voorbeeld: een Belg werkt als bestuurder in België (minstens 25%), Nederland en Frankrijk:
Huidige situatie: onderworpen aan de Belgische sociale zekerheid als zelfstandige op de Belgische bezoldiging en onderworpen aan de Belgische sociale zekerheid als werknemer op de Nederlandse en Franse bezoldiging.
Toekomst: alle vergoedingen vallen onder de regeling voor zelfstandigen. - Personen die in België als werknemer en in een ander land als bestuurder werken
Voorbeeld: een Belg werkt als werknemer in België (minstens 25%) en als bestuurder in Nederland:
Huidige situatie: alle vergoedingen zijn onderworpen aan de Belgische sociale bijdragen als werknemer.
Toekomst: het Belgisch salaris zal onderworpen zijn aan de Belgische werknemersbijdragen, terwijl het Nederlandse salaris onderworpen zal zijn aan bijdragen als zelfstandige. Dit betekent dus dat betrokkene zich zal moet aansluiten bij een sociaal zekerheidsfonds voor zelfstandigen!
Hoewel de administratieve beslissing werd genomen op 21 december 2017, is zij pas in werking getreden op 1 oktober 2018 en werd zij pas in december 2019 gepubliceerd in de nieuwsbrief van de RSZ.
Vrijstelling RSZ eerste werknemer nog tot en met 31 december 2020
Met ingang van 1 januari 2016 werd een quasi volledige vrijstelling van werkgeversbijdragen ingevoerd voor de aanwerving van een eerste werknemer door een nieuwe werkgever en dat gedurende de ganse duur van de tewerkstelling van betrokken werknemer.
Deze vrijstelling komt stilaan op zijn einde en loopt af op 31 december 2020! Mogelijks komt er een nieuwe regeling die misschien niet meer zo voordelig zal zijn. Allicht wordt er dan ook gesleuteld aan de doelgroepverminderingen voor de tweede tot en met zesde werknemer.